Sint Benedictus schreef zijn Regel voor cenobieten: dat wil zeggen monniken die in een klooster samenleven en dienen onder een regel en een abt [uit hoofdstuk 1 van de Regel]. Veel van wat hij aandraagt voor de dagelijkse gang van zaken, is nog steeds terug te vinden in ons gemeenschapsleven.

Er bestaan vele vormen van benedictijns leven. In onze gemeenschap ligt het accent op de viering van de liturgie, op persoonlijk gebed en gemeenschapsleven. Het leven speelt zich vooral af in en rondom de abdij. Het is een groot gezin waarin verdeling van taken nodig is en waar ieder – binnen zijn mogelijkheden - zijn steentje bijdraagt. Met goede en minder goede tijden, monniken blijven mensen!

Sint Benedictus zag in het gemeenschapsleven een weg om als een geestelijk mens uit te groeien. Behalve in de viering van de liturgie kunnen wij God ook zoeken in de omgang met de persoon die anders is dan ikzelf. Anders wat karakter betreft, vitaliteit, talenten en levenservaringen. Het samenleven is een voortdurend proces van aanleren en polijsten. Daarbij mogen wij op maar vooral met Jezus Christus bouwen.

Wie u dan ook bent, u die met zoveel haast op weg bent naar het hemels vaderland: breng eerst met Christus’ hulp deze bescheiden regel voor beginnelingen ten uitvoer, eerst daarna kunt u onder Gods bescherming die hogere toppen van wijsheid en deugd bereiken [uit hoofdstuk 73 van de Regel].